Page 4 - fullnew

This is a SEO version of fullnew. Click here to view full version

« Previous Page Table of Contents Next Page »
Genesis 1
Gênesis 1
1. In den beginne schiep God de hemel en de
aarde.
1. No princípio criou Deus os céus e a terra.
2. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis
lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over
de wateren.
2. A terra era sem forma e vazia; e havia trevas
sobre a face do abismo, mas o Espírito de Deus
pairava sobre a face das águas.
3. En God zeide: Er zij licht; en er was licht.
3. Disse Deus: haja luz. E houve luz.
4. En God zag, dat het licht goed was, en God
maakte scheiding tussen het licht en de duisternis.
4. Viu Deus que a luz era boa; e fez separação
entre a luz e as trevas.
5. En God noemde het licht dag, en de duisternis
noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest
en het was morgen geweest: de eerste dag.
5. E Deus chamou à luz dia, e às trevas noite. E
foi a tarde e a manhã, o dia primeiro.
6. En God zeide: Daar zij een uitspansel in het
midden der wateren, en dit make scheiding tussen
wateren en wateren.
6. E disse Deus: haja um firmamento no meio das
águas, e haja separação entre águas e águas.
7. En God maakte het uitspansel en Hij scheidde
de wateren die onder het uitspansel waren, van de
wateren die boven het uitspansel waren; en het
was alzo.
7. Fez, pois, Deus o firmamento, e separou as
águas que estavam debaixo do firmamento das
que estavam por cima do firmamento. E assim
foi.
8. En God noemde het uitspansel hemel. Toen
was het avond geweest en het was morgen
geweest: de tweede dag.
8. Chamou Deus ao firmamento céu. E foi a tarde
e a manhã, o dia segundo.
9. En God zeide: Dat de wateren onder de hemel
op een plaats samenvloeien en het droge te
voorschijn kome; en het was alzo.
9. E disse Deus: Ajuntem-se num só lugar as
águas que estão debaixo do céu, e apareça o
elemento seco. E assim foi.
10. En God noemde het droge aarde, en de
samengevloeide wateren noemde Hij zeeen. En
God zag, dat het goed was.
10. Chamou Deus ao elemento seco terra, e ao
ajuntamento das águas mares. E viu Deus que
isso era bom.
11. En God zeide: Dat de aarde jong groen
voortbrenge, zaadgevend gewas, vruchtbomen,
die naar hun aard vruchten dragen, welke zaad
bevatten, op de aarde; en het was alzo.
11. E disse Deus: Produza a terra relva, ervas que
dêem semente, e árvores frutíferas que, segundo
as suas espécies, dêem fruto que tenha em si a sua
semente, sobre a terra. E assim foi.
12. En de aarde bracht jong groen voort, gewas,
dat naar zijn aard zaad geeft, en geboomte, dat
naar zijn aard vruchten draagt, welke zaad
bevatten. En God zag, dat het goed was.
12. A terra, pois, produziu relva, ervas que davam
semente segundo as suas espécies, e árvores que
davam fruto que tinha em si a sua semente,
segundo as suas espécies. E viu Deus que isso era
bom.
13. Toen was het avond geweest en het was
morgen geweest: de derde dag.
13. E foi a tarde e a manhã, o dia terceiro.
14. En God zeide: Dat er lichten zijn aan het
uitspansel des hemels om scheiding te maken
tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot
aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen
en jaren;
14. E disse Deus: haja luminares no firmamento
do céu, para fazerem separação entre o dia e a
noite; sejam eles para sinais e para estações, e
para dias e anos;
15. en dat zij tot lichten zijn aan het uitspansel
des hemels om licht te geven op de aarde; en het
was alzo.
15. e sirvam de luminares no firmamento do céu,
para alumiar a terra. E assim foi.
16. En God maakte de beide grote lichten, het
grootste licht tot heerschappij over de dag, en het
kleinere licht tot heerschappij over de nacht,
benevens de sterren.
16. Deus, pois, fez os dois grandes luminares: o
luminar maior para governar o dia, e o luminar
menor para governar a noite; fez também as
estrelas.
1