Page 2162 - fullnew

This is a SEO version of fullnew. Click here to view full version

« Previous Page Table of Contents Next Page »
23. En de stad heeft de zon en de maan niet van
node, dat die haar beschijnen, want de
heerlijkheid Gods verlicht haar en haar lamp is
het Lam.
23. A cidade não necessita nem do sol, nem da
lua, para que nela resplandeçam, porém a glória
de Deus a tem alumiado, e o Cordeiro é a sua
lâmpada.
24. En de volken zullen bij haar licht wandelen en
de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid
in haar;
24. As nações andarão à sua luz; e os reis da terra
trarão para ela a sua glória.
25. en haar poorten zullen nooit gesloten worden
des daags, want daar zal geen nacht zijn;
25. As suas portas não se fecharão de dia, e noite
ali não haverá;
26. en de heerlijkheid en de eer der volken zullen
in haar gebracht worden.
26. e a ela trarão a glória e a honra das nações.
27. En in haar zal niets onreins binnenkomen, en
niemand, die gruwel en leugen doet, maar alleen
zij, die geschreven zijn in het boek des levens van
het Lam.
27. E não entrará nela coisa alguma impura, nem
o que pratica abominação ou mentira; mas
somente os que estão inscritos no livro da vida do
Cordeiro.
Openbaring 22
Apocalipse 22
1. En hij toonde mij een rivier van water des
levens, helder als kristal, ontspringende uit de
troon van God en van het Lam.
1. E mostrou-me o rio da água da vida, claro
como cristal, que procedia do trono de Deus e do
Cordeiro.
2. Midden op haar straat en aan weerszijden van
de rivier staat het geboomte des levens, dat
twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn
vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte
zijn tot genezing der volkeren.
2. No meio da sua praça, e de ambos os lados do
rio, estava a árvore da vida, que produz doze
frutos, dando seu fruto de mês em mês; e as
folhas da árvore são para a cura das nações.
3. En niets vervloekts zal er meer zijn. En de
troon van God en van het Lam zal daarin zijn en
zijn dienstknechten zullen Hem vereren,
3. Ali não haverá jamais maldição. Nela estará o
trono de Deus e do Cordeiro, e os seus servos o
servirão,
4. en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam
zal op hun voorhoofden zijn.
4. e verão a sua face; e nas suas frontes estará o
seu nome.
5. En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben
geen licht van een lamp of licht der zon van node,
want de Here God zal hen verlichten en zij zullen
als koningen heersen in alle eeuwigheden.
5. E ali não haverá mais noite, e não necessitarão
de luz de lâmpada nem de luz do sol, porque o
Senhor Deus os alumiará; e reinarão pelos séculos
dos séculos.
6. En Hij zeide tot mij: Deze woorden zijn
getrouw en waarachtig; en de Here, de God van
de geesten der profeten, heeft Zijn engel
gezonden, om zijn knechten te tonen, hetgeen
weldra geschieden moet.
6. E disse-me: Estas palavras são fiéis e
verdadeiras; e o Senhor, o Deus dos espíritos dos
profetas, enviou o seu anjo, para mostrar aos seus
servos as coisas que em breve hão de acontecer.
7. En zie, Ik kom spoedig. Zalig hij, die de
woorden der profetie van dit boek bewaart.
7. Eis que cedo venho; bem-aventurado aquele
que guarda as palavras da profecia deste livro.
8. En ik, Johannes, ben het, die deze dingen
hoorde en zag. En toen ik ze gehoord en gezien
had, wierp ik mij neder voor de voeten van de
engel, die ze mij toonde, om te aanbidden.
8. Eu, João, sou o que ouvi e vi estas coisas. E
quando as ouvi e vi, prostrei-me aos pés do anjo
que mas mostrava, para o adorar.
9. Maar hij zeide tot mij: Doe dat niet! Ik ben een
mededienstknecht van u en van uw broederen, de
profeten, en van hen, die de woorden van dit boek
bewaren; aanbid God!
9. Mas ele me disse: Olha, não faças tal; porque
eu sou conservo teu e de teus irmãos, os profetas,
e dos que guardam as palavras deste livro. Adora
a Deus.
2159